''We hebben drie keer per week duik- en zwemtraining en de andere dagen reguliere oefeningen.''
Pascal de Jong: 'Elke dag bekwaamheid en fitheid trainen!'
Niet al klaverjassend wachten tot er een melding binnenkomt
Na zijn opleiding Sport- en Bewegingsinstructeur keek Pascal de Jong uit naar een carrière bij de brandweer, maar helaas waren er op dat moment geen vacatures. Hij kon wél terecht als brandwacht bij een scheepsbouwer en bleef van daaruit uitkijken naar een functie bij de beroepsbrandweer.
“Mijn vader en broer zaten bij de vrijwillige brandweer en tijdens mijn sportopleiding, zodra ik 18 jaar was geworden, sloot ook ik mij daar aan”, vertelt Pascal. “Als vrijwilliger bij de brandweer merkte ik dat het teamgevoel op de kazerne en het mogen uitrukken mij erg bevielen. Omdat er geen functies open stonden, ging ik tijdelijk bij een scheepsbouwer aan de slag. Totdat ik een vacature zag en solliciteerde als beroepshulpverlener bij de brandweer. Ik werd aangenomen en startte meteen met de opleiding tot brandweerduiker.”
Zes weken lang ondergedompeld
Pascal zijn allereerste duikervaring deed hij op tijdens de opleiding. Zes weken lang werd hij letterlijk en figuurlijk ondergedompeld in alles wat een brandweerduiker moet weten en kunnen. “De eerste weken oefen je in een zwembad. Je leert technieken, hoe je handelt als je zonder lucht komt te zitten; alles om zogezegd watervrij te worden. Vervolgens doe je een tussentijds examen en ben je geslaagd, dan mag je starten in buitenwater. Hier train je de procedures en oefen je zoekvaardigheden. Met het behalen van dit examen, mocht ik mijzelf officieel brandweerduiker noemen”, vertelt Pascal.
Elke dag bekwaamheid en fitheid trainen
Eenmaal aan de slag als brandweerduiker begint het pas. Dan is het zaak om in je eigen regio te oefenen en bekend te raken met gebiedsgebonden bijzonderheden. Voor de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond betekent dat duiken tussen de scheepvaart in de Rotterdamse haven en rekening houden met de stroming van de Maas. “We hebben drie keer per week duik- en zwemtraining en de andere dagen reguliere oefeningen”, legt Pascal uit. “Het is dus niet zo dat we al klaverjassend aan het wachten zijn tot er een melding binnenkomt. Elke dag trainen we onze bekwaamheid en fitheid. Daarbij heeft iedereen zo zijn eigen taak. De een verzorgt de planning, de ander de oefeningen en weer de ander de sportactiviteiten.”
Brandweerladder in golfkarretje
Is er een specifiek waterongeval in de buurt dan wordt Pascal met zijn collega’s op de ‘duikwagen’ ingezet. Is dat er niet dan is hij inzetbaar op alle meldingen en gelukkig kan daarbij soms ook gelachen worden. “Het cliché van een kat uit de boom redden komt voor. Dit gebeurde op de golfbaan waardoor de brandweerwagen niet over het terrein kon. Dus wij in een golfkarretje met ladder onder de arm. Ladder tegen de boom, springt de kat eruit. Af en toe een melding als deze is best grappig, want we zien veel leed. Ons werk is dubbel. Je helpt mensen en beperkt de schade voor hen zoveel mogelijk, maar je laat nog steeds een familie ontredderd achter. Soms kun je ze met kleine dingen helpen, bijvoorbeeld wat spullen redden. Dat zijn kleine dingen die voor slachtoffers een groot verschil kunnen maken.”
Van chauffeur tot bevelvoerder
Pascal heeft in de loop der jaren een aardige groei doorgemaakt. Hij startte als vrijwilliger en deed daar al de opleiding tot bevelvoerder. Bij de beroepsbrandweer begon Pascal als chauffeur/pompbediende en ontwikkelde zich van brandweerduiker tot duikploegleider. En hij is nu bezig met een beoordelings- en stagetraject om zijn eerdere opleiding tot bevelvoerder in de praktijk te mogen brengen. “Als ik dat goed doorloop, kan ik als bevelvoerder starten. Er is veel mogelijk en ik zou zelfs nog meer stappen kunnen zetten. Hoe verder je gaat, hoe minder je zelf naar een incident gaat en juist het bestrijden van incidenten geeft mij voor nu nog de meeste voldoening. Maar wie weet hoe het loopt.”